Het huidige erf Wedichem (anno 1979) ligt langs de Grote Beek in het historische buurtschap Wedichem (nu Wencop/Garderbroek) in de Gelderse Vallei.
Het buurtschap behoorde vroeger tot het kerspel Garderen onder het ambt Barneveld. Tegenwoordig wordt gesproken over het buurtschap Garderbroek in het buitengebied van de Gemeente Barneveld.
Het gebied kent een rijke historie die teruggaat tot in de IJzertijd (ca. 800 - 12 v.Chr.) Al in 1326 wordt het erf Wedichem voor het eerst genoemd als Wildforstersgoed1. Bij archeologische opgravingen zijn in 2015 op zo’n 500 meter afstand van het huidige erf Wedichem de resten gevonden van – naar alle waarschijnlijkheid – het historische Wildforstersgoed Wedichem2.
Het is onduidelijk hoe een dergelijk goed er uit heeft gezien omdat Wildforstersgoederen nooit eerder zijn opgegraven.
Wildforsters waren hoge ambtenaren van de Graaf van Gelre. Ze waren belast met het toezicht op de wildstand en op het innen van ruimgeld, vergoedingen die aan de graaf betaald moesten worden voor gebruik van de ontgonnen gronden en voor het gebruik van de aangelegde wegen3.
De Wildforster had ook als taak om de Graaf tijdens jachtpartijen te vergezellen en moest het geschoten wild vervoeren. Alleen de Graaf van Gelre had het recht om op groot wild te jagen.
Op de Veluwe waren volgens de overlevering 12 Wildforsters aangesteld die naast jachtopziener en rentmeester ook boer waren. De overste Wildforster zetelde op kasteel Middachten4. Op kasteel Middachten werden ook de leenaktenboeken bewaard. Het leenaktenboek van 1326 beschreef - of naar alle waarschijnlijkheid herbevestigde - de lenen van de Wildforstersgoederen Wedichem (Garderbroek), Boeschoten (Garderbroek), een te Huning (Silvolden bij Loenen), twee te Deelen, en een te Horne (Koudhoorn)5.
In andere laat-middeleeuwse teksten komen tevens de volgende andere Veluwse Wildforstersgoederen voor: Todinck (Tonden), Hagen (Epe), Eynendick / Stakenberg (Gietelo), Aernt’s enck (Wolfheze) en nog een te Deelen6.
In 1326 werden Evert en Brant van Wedi(n)chem door Graaf (later Hertog) Reinoud II van Gelre aangesteld of herbevestigd in hun ambt als Wildforster. Twee erven, Groot Wenkum en Klein Wenkum, werden als Wildforstersgoed aan ze te leen gegeven en de leen werd vastgelegd in het leenaktenboek van 1326.5
Evert en Brant van Wedichem waren geen gewone boeren, ze behoorden zoals de meeste Wildforsters, tot de lage adel.
De naam Wedichem werd na de Middeleeuwen steeds vaker vervangen voor Wenkum en werd gaandeweg de tijd in de 19e eeuw omgebogen tot het buurtschap Wencop.
De Wencopperweg, waaraan het huidige erf Wedichem gelegen is, dankt daarmee zijn naam aan dit 19e eeuwse buurtschap.
Het buurtschap ligt op een kleine dekzandrug ten noorden van de Esvelderbeek en bestond in de 19e eeuw uit een aantal boerderijen met bijbehorende akkers, wei- en hooilanden. Het buurtschap is via een aantal ontginningen tot de huidige vorm gekomen.
Het huidige erf Wedichem is in de periode 1979 tot 1981 naar eigen ontwerp en in eigen beheer gebouwd door Joh. van Elten (rustend pluimveehouder).
De boerderij is traditioneel gebouwd in landhuis stijl, pannengedekt en degelijk afgewerkt met hardhouten deuren en kozijnen. De woning is volledig geïsoleerd en voorzien van dubbele beglazing, vloerverwarming in alle vertrekken en is geheel onderkelderd. Daarnaast kent de woning een centraal stofzuigsysteem en een centrale antenne installatie in elke ruimte wat voor die tijd zeer vooruitstrevend was.
In 1981 was de bouw gereed en kon de woning worden betrokken.
Op het terrein verrijst een nieuwe loods van 240m2 als werkplaats en voor de stalling van diverse werktuigen en materialen.
De loods is aangesloten op krachtstroom, gas, water en riolering.
Op 1 september 2015 heeft Joh. van Elten de sleutel van het erf Wedichem overgedragen aan Randy Wilbrink. Hiermee komt er een einde aan de mini-camping die op het erf gevestigd was.
De wijnbouw activiteiten waren al eerder gestaakt.
Bij archeologische opgravingen zijn in 2015 op zo’n 500 meter afstand van het huidige erf Wedichem de resten gevonden van – naar alle waarschijnlijkheid – het historische Wildforstersgoed Wedichem.
Bij deze opgraving zijn de restanten blootgelegd van een grote, besloten hoeve; een erf waarvan het huis en de bijgebouwen zo zijn geplaatst dat deze een binnenplaats omsluiten. Het erf en bijbehorend akkerland was omsloten door greppels. Er is een toegangsweg gevonden met greppels aan beide zijden met aan het einde, naar waarschijnlijkheid uit bodemsporen af te leiden, een poort.
Mogelijk is er ook nog sprake van een zware palissade. Een hoeve met een dergelijke opzet wijkt af van gebruikelijke boerenerven en verraadt de bijzondere status van zijn bewoners. Stukken aardewerk die tijdens de opgraving zijn gevonden duiden er op dat deze woonplaats dateert uit de 14e eeuw. Het is voor het eerst dat een dergelijk Wildforstersgoed bij een opgraving werd ontdekt.
De vondst van een zeldzame grote jachtpijl wijst op de aanwezigheid van bijzondere bewoners, mogelijk een Wildforster van de Graaf van Gelre.
Rond de veertiende eeuw werden dergelijke jachtpijlen gebruikt bij de jacht op herten en zwijnen. Alleen de Graaf van Gelre had het recht om te jagen op dergelijk groot wild. De gevonden jachtpijl legt daarom een belangrijke verbinding tussen het gevonden erf en de Wildforster van Wedichem.